Wend ravijnjaar af door inzet reserves gemeenten
Artikel Tjerk Budding en Raymond Gradus
Vanaf 2026 zijn forse tekorten zichtbaar op de meerjarenbegrotingen van gemeenten. Deze komen voornamelijk door een nieuwe manier waarop de bijdrage van het Rijk aan gemeenten wordt berekend. Veel gemeenten spreken over 2026 als een ‘ravijnjaar’ voor de financiën. Volgens Budding en Gradus is er veel te zeggen voor de nieuwe manier van berekenen van de bijdrage. De gemeentelijke zorguitgaven groeien veel sneller dan de economie. Daarnaast hebben gemeenten de afgelopen jaren veel geld overgehouden en dwingt ook de arbeidsmarkt tot keuzen. Zij pleiten voor de inzet van reserves en voor een inkomensafhankelijke bijdrage in de jeugdzorg.
Inleiding
Veel gemeenten gaan ervan uit dat het nieuwe kabinet fors de portemonnee zal trekken. In de eind vorig jaar gepresenteerde begrotingen zijn vanaf 2026 bij meer dan 80% gemeenten forse tekorten zichtbaar; 284 gemeenten verwachten rode cijfers te schrijven, en slechts 57 gemeenten houden zicht op een positief financieel resultaat. Daarna lopen deze tekorten nog verder op. Volgens de departementale briefing aan informateur Plasterk in februari vragen gemeenten het Rijk om een extra bedrag van 3,8 miljard euro in 2026 oplopend naar 4,8 miljard euro in 2028 te storten in het Gemeentefonds (zie tabel 1). Mocht dit worden toegewezen dan komt deze bovenop de taakstelling die formerende partijen zich opleggen.[1] Maar hoe reëel is deze claim? Is deze echt noodzakelijk?